Ontdekking om de hoek: England’s Great Walking Trails

Bij het platteland van Engeland denk je waarschijnlijk aan schapen, hier en daar een verdwaalde geit en eindeloze weidelandschappen. Een beetje braaf, wellicht zelfs een tikkie saai. Maar niks van dat alles. Sterker nog: de landelijke gebieden van Engeland staan bol van de avonturen. Wat dacht je van rotsachtige baaien, steile kliffen, historische dorpjes, hoge bergen, eeuwenoude krijtsteenrotsen en klaterende watervallen?

Al dat moois ontdek je op z’n best als je gaat wandelen. En die wandeling maak je bij voorkeur op een van England’s Great Walking Trails, waarin de allerbeste routes van het land zijn samengebracht.

‘In totaal zijn er in Engeland zeven meerdaagse tochten, met elk een eigen karakter en moeilijkheidsgraad’, vertelt fanatiek wandelaar Leroy Janssen uit Nieuwegein, die samen met z’n vrouw Sacha de Gruiter al vele meerdaagse trails over de hele wereld bedwong. ‘De England’s Great Walking Trails variëren van stevige hikes door de natuur tot een onderdompeling in het culturele erfgoed - voor ieder wat wils dus. Onderweg kom je ook nog langs de fijnste pubs, restaurants, boetiekhotels en bed & breakfasts om te overnachten, dus het leek ons een mooie manier om het Engelse landschap van dichtbij te leren kennen.’

Alle wandelpaden staan uitgebreid beschreven op de website van Great English Trails, zodat je een route kunt kiezen, plannen én boeken die perfect aansluit bij jouw wensen. Op basis van je voorkeur voor afstand, aantal dagen en moeilijkheidsgraad (mild, gemiddeld, uitdagend) vind je de wandelpaden die het meest geschikt zijn. Ben je bijvoorbeeld niet zo’n geoefende wandelaar, dan zijn de prachtige vlakke routes Norfolk Coast Path en North Downs Way goeie opties.

Leroy en Sacha houden wel van een uitdaging en liepen The Pennine Way, een 429 kilometer lange wandeltocht die je door de mooiste hooggelegen landschappen van Engeland voert. Van Peak District via de Yorkshire Dales en de North Pennines naar de muur van Hadrianus tot het Northumberland National Park en de Cheviot Hills, met onderweg volop watervallen en dramatische uitzichten. Niet voor niets is The Pennine Way al sinds de opening in 1965 het bekendste én populairste wandelpad van Engeland.

‘We hadden verwacht dat de landschappen onderweg heel weids zouden zijn’, zegt Sacha, die in het dagelijks leven werkt als docent sportopleiding aan de Sportacademie in Utrecht. ‘En dat je dus al kilometers van tevoren zou kunnen zien waar je later die dag zou wandelen’, voegt Leroy toe, die een baan heeft als applicatiebeheerder. Lachend: ‘Dat bleek totaal niet te kloppen, want het door ons uitgekozen deel van The Pennine Way liep door veel bergen. De uitzichten waren fantastisch, maar na elke berg kwam er weer een nieuwe in zicht. Dat maakte het af en toe zwaar, maar ook heel uitdagend.’

Ter voorbereiding op The Pennine Way maakten Leroy en Sacha een lange wandeltocht van 20 kilometer in eigen land, zoals ze die in de zomer vrijwel elk weekend lopen. Leroy: ‘We zijn allebei graag buiten en vinden het leuk om samen actief bezig te zijn. Lekker lopen en kletsen, terwijl we ondertussen van de natuur genieten en dieren spotten. Wandelen doen we overal en nergens, maar favoriet in eigen land zijn de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. We proberen steeds nieuwe routes te vinden, om het afwisselend te houden. De ene keer is dat langs dorpen of riviertjes, de andere keer dwars door bossen of een weidelandschap.’

De wandeltocht van Sacha en Leroy werd volledig verzorgd door Great British Walks (ook te boeken via greatenglishtrails.com), voorheen bekend als The Walking Holiday Company. Deze organisatie wordt gerund door wandelliefhebbers Julie en Nick Thomas, die je alles uit handen nemen: van het regelen van de leukste accommodaties onderweg en een routeboek met alle informatie, tot dagelijkse lunchpakketjes. ‘Het was allemaal perfect verzorgd, zodat wij ons alleen maar bezig hoefden te houden met dat waarvoor we kwamen’, zegt Sacha.

En gewandeld hébben ze, elke dag zo’n 17 tot 27 kilometer, 6 dagen achter elkaar. ‘De eerste dag hadden we een hike van het pittoreske dorpje Gargrave naar Malham’, vertelt Sacha. ‘Dat is een prachtig, klein plaatsje, waar we sliepen in de gezellige bed & breakfast The Lister Arms. Heel Engels, heel knus.

We waren zo enthousiast over de route die we die dag hadden gelopen, dat we er eenmaal in Malham nog een extra rondje van 10 kilometer aan hebben vastgeplakt om de Gordale Scar te bekijken, een kalkstenen ravijn met twee watervallen en overhangende kliffen van meer dan 100 meter hoog. Ook al voelden we onze benen op dat moment al aardig, we konden het niet laten om naar boven te klimmen.’

De volgende dag zette het tweetal koers richting Horton in Ribblesdale, een tocht van bijna 24 kilometer langs onder meer de bekende Malham Cove. Deze indrukwekkende kalkstenen rotswand van meer dan 80 meter hoog en 300 meter breed is gevormd door een waterval en prijkt als decor in tal van bekende films, zoals Harry Potter and The Deathly Hallows. Leroy: ‘In andere landen zou dat betekenen dat je struikelt over de andere wandelaars, maar hier kwamen we niemand tegen. Nergens, eigenlijk. Het was heerlijk dat we zo op onszelf konden zijn. Het voelde soms bijna alsof we pioniers op een ontdekkingsreis waren.’

De England’s Great Walking Trails zijn ontzettend gevarieerd. Als wandelaar bevind je je elk dagdeel, soms zelfs elk uur, in een andere omgeving. ‘Je gaat over kliffen en enorme bergruggen, maar ook over het platteland, langs boerderijen en door weilanden’, vertelt Sacha, die in het begin een beetje bang was voor de grote kuddes dieren die ze en route geregeld tegenkwamen.

‘In elke wei staan grote groepen koeien, paarden, geiten of schapen. Het is hun land, dus die dieren verzetten geen stap als jij er als toevallige passant aankomt. Soms moesten we ze zelfs een zetje geven om erlangs te kunnen. Dat vond ik wel een beetje spannend, haha.’

De meeste wandelpaden zijn prima te bewandelen, qua structuur en hoogteverschil. ‘Maar we hebben ook een paar keer een pad gehad dat moerasachtig was’, vertelt Sacha. ‘Soms zakte ik zo diep weg, dat ik moest oppassen dat mijn enkels niet omklapten. Er waren ook stukjes langs afgronden, wat best avontuurlijk was. Maar het zwaarst was het beklimmen van Pen-y-Ghent, een van de drie bergen die samen de vermaarde Yorkshire Three Peaks vormen. Leroy en ik sporten allebei drie tot vier keer per week, dus we zijn best wat gewend. Maar al dat klimmen en klauteren, in combinatie met een keiharde wind, vonden we pittig.’

Waar Sacha en Leroy vooraf dachten dat ze tijdens het wandelen volop gesprekken zouden voeren met elkaar, liepen ze in de praktijk ook vele uren in vreedzame stilte achter elkaar aan. ‘Af en toe gaven we elkaar een knipoog, als aanmoediging of bevestiging dat het nog goed ging’, vertelt Leroy. ‘Verder was het vaak zo intensief dat je vooral met jezelf bezig was. Hoe kom ik deze berg op, waar zet ik mijn voeten zonder dat ik onderuit ga, wat voor mooi uitzicht zie ik als hier omhoog klim? Ik was steeds heel erg aan het opletten, maar ook aan het genieten; wow, dit heb ik mooi weer geflikt. Of: te gek, dit doen we toch maar!’

Elke keer dat ze de overnachtingsplek van die dag bereikten, voelde als een persoonlijke overwinning. ‘Het was ook zo leuk dat we overal als winnaars werden ontvangen’, zegt Sacha. ‘Iedereen was gastvrij, mensen wilden alles voor ons doen, de kamers waren zonder uitzondering mooi, overal stond heerlijk eten klaar. Onderweg was het soms écht afzien, maar daardoor genoten we alleen maar extra van het biertje of wijntje aan het eind van de dag. England’s Great Walking Trails zijn niet zomaar wandelroutes, het is een totaalbeleving die ervoor zorgt dat je Engeland op een heel pure manier leert kennen. Wij kunnen het iedereen aanraden.’

Zorg voor goede wandelschoenen die je van tevoren hebt ingelopen. Eén wandelingetje van een paar kilometer is niet genoeg; maak minstens drie lange tochten van zo’n 20 kilometer. Ook een goede rugzak is onmisbaar, dat maakt je wandeling zo veel comfortabeler. Denk bijvoorbeeld aan de Lowe Alpine Airzone trek+ 45:55, een lekker ruime trekkingrugzak. 

Een grote drinkfles zoals een Camelbak lijkt misschien overdreven, maar er gaat veel meer in dan in een bidon én het scheelt je veel tijd als je niet steeds in je rugzak hoeft te graaien naar je voorraadje. Tot slot zijn wandelstokken ontzettend handig, vooral als je stukken moet lopen met hoogteverschillen. Loop je naar beneden, dan voorkom je met stokken dat je in je schoenen gaat schuiven – en dus blaren.

De temperatuur kan onderweg flink oplopen. En ook weer dalen, als je per ongeluk in een regenbui belandt. Zorg voor minimaal drie laagjes, zoals thermo-ondergoed, een Rab Nexus Vest als tussenlaag en een ademend, waterdicht jack zoals de Firewall Jacket van Rab. Maar ook een compacte regenbroek zoals de Downpour Pants mag niet ontbreken als je gaat hiken. Lees ook ons artikel over het 3-lagensysteem.

Dit artikel verscheen ook in de herfsteditie ‘19 van ons outdoormagazine Buitentijd. Meer lezen? Bekijk de digitale versie of pak ‘m mee in één van onze winkels.