Dons heeft unieke eigenschappen. Er bestaat geen enkel ander materiaal dat je zó warm houdt terwijl het zó licht is. En dan is het ook nog eens compact op te bergen. Dons bestaat namelijk uit luchtige veren en veerpluizen. Vooral die pluizen zijn belangrijk.
Normaal gesproken houden ze vogels warm bij de laagste temperaturen. De pluizen bestaat uit mini-haartjes met weerhaakjes aan de uiteinden. De ruimtes tussen de haartjes werken als luchtkamers waarin warme lucht, a.k.a. je lichaamswarmte, blijft vastzitten.
Zo lang jij dons blijft opwarmen, krijgt de warme lucht niet de kans om af te koelen. Een groot voordeel, tenzij je flink aan het bewegen slaat. In dat geval kan dons té warm zijn. En daarmee komen we meteen bij een nadeel van dons: het kan niet goed tegen vocht. Zweet en regen houd je ’t liefst zo ver mogelijk van de pluizen.
Vullen de luchtkamertjes zich met water, dan kunnen ze geen warme lucht meer vasthouden en wordt je jas of slaapzak behoorlijk koud en zwaar. Bovendien klonteren de pluizen samen; ook niet bevorderlijk voor het isolerend vermogen.