Het is vrij simpel: kun je lopen, dan kun je ook sneeuwschoenwandelen. Je hebt er geen speciale skills voor nodig en hebt het veel sneller onder de knie dan skiën of boarden. Wel even opletten dat je je voeten verder uit elkaar neerzet dan met gewoon lopen of skiën (anders ga je steeds op je eigen schoenen staan).
Ook het lopen met stokken, het bergop- en afwaarts lopen en traverseren kunnen even wennen zijn. Traverseren is een speciale zigzag-techniek waarmee je steil en moeilijk terrein kunt oversteken.
Bever-tip: Om goed te traverseren steek je eerst de voorkant van je schoen in de helling, waarbij je je gewicht houdt op de schoen die zich het dichtst bij de helling bevindt. Nu maak je de wandelstok aan de dal-kant langer en aan de bergzijde korter. Zo beweeg je je langzaam omhoog.