Volgende vraag: voorzie je veel of weinig dorst onderweg? De richtlijn voor volwassenen is om minimaal anderhalf tot twee liter vocht per dag binnen te krijgen. Hoeveel je precies nodig hebt, hangt af van factoren als leeftijd, temperatuur, inspanning en voeding. Wanneer het erg warm is of je (zware) lichamelijke inspanning levert, is het belangrijk om meer te drinken dan gewoonlijk. Je kunt namelijk wel één tot twee liter vocht per uur verliezen wanneer je intensief beweegt.
Als je gaat wandelen geldt daarom de vuistregel: één liter water per twee uur wandelen. Wanneer je veel zweet, zal je namelijk ook veel moeten drinken. Daarbij kun je niet altijd de precieze omstandigheden onderweg vooraf inschatten. Dit betekent trouwens niet dat je vier liter water moet meeslepen tijdens je dagtocht. Onderweg heb je vaak de mogelijkheid om je fles bij te vullen. Check hiervoor bijvoorbeeld deze handige drinkwaterkaart.
Kortom: het formaat drinkfles moet passen bij jezelf en je activiteit. 300-500 ml is ideaal voor kleine drinkers en korte uitstapjes. Voor dagelijks gebruik en dagtochten kun je beter kiezen voor een iets grotere fles. Denk aan 500-800 ml. Ben je een sporter of waag je je aan een lange, intensieve trektocht? Ga dan voor een fles waar 800 ml of meer in past.
Wanneer je een lange wandel- of fietstocht maakt of je een flinke afstand gaat hardlopen of trailrunnen, kun je een drinksysteem overwegen. Dit systeem kun je aan je rugzak of racevest bevestigen. Met behulp van een handig drinkslangetje is verfrissing dan altijd binnen mondbereik! In deze waterzakken kun je ook meer water kwijt, waardoor je er stukken langer mee vooruit kunt dan met een gevulde drinkfles.